Skip to main content

IKAT #6: autonome beelden & contrasten

IKAT #6, Jaya Pelupessy, Nazif Lopulissa, Museum Maluku

Met trots presenteren wij het zesde blok van de IKAT tentoonstelling aan u. Het werk van Jaya Pelupessy en Nazif Lopulissa is te zien in het museum tot zondag 26 september. 

Jaya Pelupessy studeerde fotografie aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Hij gebruikt fotografie om de status van het beeld te onderzoeken. Centraal in zijn werk staan de processen die leiden tot autonome beelden; een onderzoek naar de mate waarin het proces zelf en de zichtbaarheid van dat proces nieuwe autonome beelden versterken, ontkrachten of opleveren. “Speciaal voor deze IKAT-expositie heb ik Oya Pottery #1 en Oya Pottery #2 gemaakt. Startpunt voor deze twee werken is het traditionele aardewerk van het dorp Ouw op het eiland Saparua in de Molukken. Het is het enige tastbare product dat ik van het eiland bezit.”

De in Tiel geboren Nazif Lopulissa is beeldend kunstenaar. Hij woont en werkt in Rotterdam. In deze stad studeerde hij in 2016 af aan de Willem de Kooning Academie. Voor de expositie IKAT komt Nazif Lopulissa met veel nieuw werk. “Mijn werk voert terug naar de zorgeloosheid van jong zijn. Naar een tijd waarin het speelveld nog leeg is en alle mogelijkheden open. Dit geldt zowel voor het werk zelf als de manier waarop dit tot stand komt. Spelenderwijs probeer ik mijn praktijk steeds opnieuw te definiëren in vorm en materialiteit. Ik onderzoek verbanden tussen vorm, ontwerp, toepassing en intentie. En hoe deze leiden tot betekenis.”

Benieuwd naar deze bijzondere expositie? Kijk hier voor meer info + tickets.

MHM-COLLECTIE IN DEPOT

De MHM-collectie die voorheen werd tentoongesteld in Utrecht is op dit moment opgeslagen in het depot en niet te zien in Den Haag. Ons team werkt hard aan het opnieuw inventariseren van de gehele MHM-collectie en streven ernaar iedereen zo snel mogelijk te mogen inspireren met een verrassend en vernieuwend aanbod. Lees ook de column ‘Een museum zonder museum’ van directeur Henry Timisela.